Arrow switching in een wedstrijd met 2 sterke paren

Beschouw eens een wedstrijd tussen 14 paren, waarvan er 12 precies even
sterk zijn, en 2 paren steeds een top scoren. Als ze een spel in dezelfde
windrichting spelen wordt dat natuurlijk een gedeelde top, en als ze
tegen elkaar spelen halen ze hetzelfde resultaat als de andere paren.

Allereerst haalt de wedstrijdleider een complete Mitchell-14 uit de kast,
dus ieder paar heeft een vaste windrichting en ieder van de 7 NZ paren
speelt tegen alle 7 OW paren. Hoe de verdeling van de scores er uit ziet
hangt er natuurlijk vanaf of de 2 topparen verschillende windrichtingen
hadden. Bij ieder van mogelijke keuzes voor de 2 topparen horen i.h.a. 14
scores. De volgende grafiek geeft de verdeling van de scores waarbij
alle mogelijkheden meegenomen zijn.
no switch
De 2 mogelijke topscores liggen dicht bij elkaar, maar de even sterke
paren hebben scores die uiteenlopen van 33 tot 50%. Het meest voorkomend
is 42.86%.

Nu dezelfde wedstrijd, maar met een schema dat is gewijzigd met één
enkele draaironde.
1 switch
De scores van de even sterke paren liggen nu een stuk dichter bij elkaar.
De laagste en hoogste waarden zijn nu 40.48 en 46.43%

Tenslottende de verwoestende uitwerking van een schema met 2 draaironden:
2 switches